Vingerige dingetjes, dat zijn
die gele mannetjes
Ik wil ze altijd doden,
als ik ze ontmoet
vingerige dingetjes
doen zelden iemand goed.
Vingerige dingetjes, dat zijn
die gele mannetjes
Ik wil ze altijd doden,
als ik ze ontmoet
vingerige dingetjes
doen zelden iemand goed.
Een mens moet ongestoord
van dingen kunnen houwen
uit de as een wereld bouwen
uit de steen paleizen houwen
van de hop een biertje brouwen
Hophop, dat moet kunnen
Meestal wordt zo’n droom vermoord
in de kiem nog doodgesmoord
kinderwens, wreed, niet verhoord
Dat is hoogst gestoord.
Ik merk, verstoord, op
dat het anders moet
dat, voordat we lopen rouwen
om gelazer, in de touwen
we op slaan eens niet vertrouwen
moesten, maar op de getrouwen
want een mens moet ongestoord
van dingen kunnen houden
Doosduvel, overklop
geef er geen kusje op
pomp toch dat ding
toeterhard door de touwen
steek uit je mouwen
wat nu elfvouds klunst
armen van brille zien
winst als een gunst
gunst, dat kwam
nooit in me op.
Bij de wedstrijd Real Madrid-Ajax (3-0).
Als ik niets zeg denk jij vanzelf
maar vaker denk ik laat ik maar niks zeggen
soms omdat ik niet wil kwetsen
nooit omda’k niet uit wil leggen
wel vaak omdat ’t niet past
ik ben gast
in jouw leven, werk op tast
moet klimmen, zoeken, soms dreggen
in elk geval wil ik niet zwetsen
dus doolhoflopen, langs eenzame heggen
hopen, dat ik mijzelf niet bedelf
– en al die tijd mis ik je zo.
Omdat een mens, dus, van alles beleeft.
Ik weet niet wat zo goed is
aan een wereld die
op vrijdag net als maandag
ruziet, in en om het nieuws
het nieuws is slecht, een beetje
goed en ook heel onbelangrijk
en jeetje, heel de helft heeft vrij
maar daar hoor ik niet bij
ik wens u prettig kerstfeest
want pasen hebt u al
ik denk dat ik een vers beest
op de hete kolen knal
het is er echt het weer voor
al waait het wel wat hard
een wind van onverdraagzaamheid
voor vrijheid en de bard
de onzin krijgt de aandacht
totdat-ie doodgebloed is.
Laat ik mij eens
een mening uiten:
ik ben ertegen
alles te stuiten,
af te sluiten
voor wat niet bevalt
of lijkt te zullen
(stuitend gatenvullen
onvermogen, dat teveel
verknalt).
Terras van Café De Roemer, Haarlem.
In jouw hok mag ik straks
opnieuw
mezelf gaan maken
bij jouw baken beitel ik
mijn eigen ziel tot wat beviel:
de liedjes die wij maakten
tot door hebzucht, achterbaks
jelui in onbruik raakte
Ik zal vloeken maar, voor nu
‘m even stevig raken.
Terras van Café De Roemer, Haarlem.
Bij de, ophanden zijnde, sluiting van oefenruimtecomplex ‘Daisy Bell’ ter stede.
Wat binnenkomt, de zinnen gromt
blokkadeloos de borstkas in
zal, als er fris
met tegenzin
weer later, onder water
overpeinsd wordt
zien wat schort erin
erin!
Café ‘In den Koffer’.
Ik vind vrijdag echt geen dag
om blij, over te zijn
ik werk in het weekend maar al
was dat anders, fijn
werd het niet, geen lach
geen grein van openend
verschiet:
weekend zit het werk dwars
en zo is het, anders ziet
u het, fout, nog anders:
de oude week is vol, moet weg
doe toch eens iets schranders
maak de mens vrij, rust als nodig
werk als kan, rest overbodig.
Nieuw werken is zooo vorig decennium. Nieuw Leven, dat is wat moet!
Steeds hetzelfde ritme
zorgt voor meer verdieping in
ritme, ritme, ritme
wat heeft het anders voor zin?
Steeds hetzelfde ritme
maar telkens heel nieuw beeld
ritme, ritme, ritme
ik raak nooit verveeld
Steeds hetzelfde ritme
Telkens ander visioen
Dat is hoe ik het moet doen:
met steeds hetzelfde ritme.
Antwoord op opmerking van Bert-Jan Zuiderduin (15? jaar na dato).